MENU
< TERUG

ACTUEEL

Preek Opdracht van de Heer 2025. Luc. 2, 22-40. Zegen en verwonding.

28 januari 2025

Het evangelie volgens Lucas zet ons vandaag ietwat op het verkeerde been. We horen van Maria, die volgens de joodse Wet gereinigd moet worden, omdat ze geboorte heeft gegeven aan een kind. Vanwaar die reiniging? We belijden toch dat Maria onbevlekt ontvangen is en, hoewel ze een kind gebaard heeft, maagdelijk is gebleven?

Wat Lucas wil duidelijk maken is dat Jezus, hoewel Hij geboren en getogen is in de periferie van het joodse land, vertrekt en handelt vanuit het kloppend hart van het jodendom: de Tempel in Jeruzalem. Jezus kun je niet verstaan zonder de Tempel. De Tempel is waar God en mens elkaar ontmoeten, waar de offers worden gebracht en waar, door middel van die offers, verzoening met God plaatsvindt. En we weten dat Jezus de Nieuwe Tempel is. In Hem, in zijn mystieke Lichaam, komen het goddelijke en het menselijke samen: ten volle God én ten volle mens. Die eenheid komt hier tot uitdrukking. In Jezus is God in zijn Tempel. De opdracht van de Heer wil dus zeggen dat Jezus aan God toebehoort. Jezus spreekt en handelt in de directe persoon van God.

Naast Jezus spelen twee andere personen de hoofdrol in het evangelie vandaag, en dat zijn de jonge Maria en de oude Simeon. Maria zegt, wanneer de engel haar de geboorte van Jezus aankondigt: “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord.” (Luc. 1, 38). Simeon zegt, waanneer hij de kleine Jezus in zijn armen houdt: “Gij laat uw dienstknecht, Heer, naar uw woord in vrede gaan.” (Luc. 2, 29). Beide stellen zich voor als dienstmaagd en dienstknecht en beide richten zich volledig naar Gods woord. Zowel Maria als Simeon dienen God naar zijn woord en stellen volledig vertrouwen in zijn beloften.

Hier ligt voor ons de sleutel tot dit feest. Er vindt een reset plaats. Oude gedachten en ideeën moeten worden losgelaten om plaats te maken voor nieuwe ideeën en inzichten. Wil je Jezus kunnen erkennen als God op aarde, wil je in Hem de vervulling zien van Gods beloften aan Israël en wil je dienstbaar zijn aan zijn woord, dan vraagt dat een volledig omdenken. Paulus schrijft niet voor niets dat we andere mensen moeten worden, met een nieuwe visie (Rom. 12, 2). Zoals de drie wijzen uit het oosten langs een andere weg terugkeerden, zo keren Maria en Jozef met nieuwe inzichten naar Nazareth terug. Evenzo worden wij na elke viering weggezonden, niet om in oude patronen terug te vallen, maar om nieuwe mensen te zijn, licht voor de wereld en zout voor de aarde (Mat. 5, 13-16).

Over omdenken gesproken: Simeon doet en zegt iets wat wezenlijk is. Als hij het kind Jezus vasthoudt, zegent hij Maria en Jozef. Meteen daarop waarschuwt hij hen – én ons. Weet u, heel het geboorteverhaal van Jezus, vanaf de Advent, via zijn geboorte tot en met de Kersttijd die erop volgt, is één groot verhaal van vreugde en blijdschap. Totdat de oude Simeon woorden spreekt die ons met de voeten op de kille grond zet: “Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van vele in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar moge worden; en uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord.” Jezus, God-met-ons, zet de verhoudingen op scherp.

Dit raakt waar ik in mijn sabbatverlof mee bezig ben geweest: zegen en verwonding. Jezus is zegen én verwonding. De uitwerking van Jezus is geen prettige, om het zo te zeggen. Immers, de gezindheid van ieders hart wordt openbaar. Dat wil zeggen: in het licht van Jezus is geen schuilen meer mogelijk. In zijn licht zijn de schaduwranden, is het contrast scherp. Petrus heeft dat door. Hij en zijn kompanen hebben de hele nacht gevist zonder iets te vangen. Op het woord van Jezus gooien ze het net over de andere boeg, en ze vangen zo ontzettend veel vis, dat ze de volle netten niet aan boord krijgen. Bij het zien daarvan zegt Petrus: “Heer, ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.” (Luc. 5, 8; het evangelie van volgende week). De enorme visvangst, het leven in en door Jezus, is een rijke en krachtige zegen. Het besef van zondigheid, de gezindheid van je hart die daarmee aan het licht komt, is een verwonding – een verwonding die je op weg zet naar heling.

Als je gezegend bent, ben je verwond; als je verwond bent, ben je gezegend. Voel je de spanning? Dat is het kruis! Op dat snijvlak begint geloof, daar begint je heling en ligt uiteindelijk je heiliging. Goede Vrijdag en Pasen, verwonding en zegen, zijn niet los verkrijgbaar. De zegen van de eucharistie – het Pasen van de Heer, het aangenaam verpozen met de Heer – noopt tot diaconie, tot de confrontatie met jezelf en je naaste, de harde botsing met de zelfkant van het leven, waar de Heer in armoede leeft, waar het voor velen nog dagelijks Goede Vrijdag is! Van de verheerlijking op de berg naar de bezeten jongeman in het dal (Mat. 17), het is één beweging. Er is geen Gloria zonder Kyrie. De oude, wijze Simeon voorziet dat alles als hij in de ogen van het kind Jezus kijkt. In dit Kind is God op aarde, een zegen én een verwonding, voor de mens én voor God. De opdracht van de Heer is daarmee ons aller opdracht. Die weg, langs berg en dal,  begint hier. Door Christus, onze Heer. Amen.

Diaken Franck Baggen

Preek 1e zondag 40-dagentijd: Luc. 4, 1-13. Evangelie in negatief.
9 maart 2025
Preek 8e zondag. Luc. 6, 39-45. Gerechtigheid en barmhartigheid.
17 februari 2025
Preek 7e zondag. Luc. 6, 27-38. Barmhartig zoals de Vader
16 februari 2025
Preek 6e zondag. Luc. 6, 20-26. De zaligsprekingen.
10 februari 2025
Preek 5e zondag. Luc. 5, 1-11. Vissers van mensen.
1 februari 2025
Preek 3e zondag. Luc. 1, 1-4; 4, 14-21. Zondag van het Woord
20 januari 2025
laad meer artikelen artikelen aan het laden geen nieuwe artikelen