Enkele jaren geleden, ik was begin 20, ontving ik voor het eerst het sacrament van boete en verzoening. Ik ging biechten. Uiteraard wist ik toen ook al dat dit sacrament bestond, maar het was toch een wat onbekende schat. Wel was ik er altijd nieuwsgierig naar en ik besloot de proef op de som te nemen. Er volgde een mooi gesprek. Ik ontving Gods barmhartige vergeving en een opdracht, de penitentie. Vanuit de films kende ik dat wel en ik verwachtte een paar Onze Vaders en Wees Gegroetjes te moeten bidden. De biechtvader keek mij vriendelijk aan en zei dat ik iets moest doen voor een ander, zonder bijbedoeling. Gewoon attent zijn, zo noemde hij dat. Met die opdracht verliet ik de kerk en het puzzelde mij wat. Hoe zou ik deze opdracht precies uit kunnen voeren? Eerst dacht ik aan een attent gebaar voor iemand op wie ik een oogje had, maar ik besefte dat dit niet zonder bijbedoelingen was.
Zo gingen de dagen voorbij en vond ik geen manier om de opdracht écht zo uit te voeren. Tot ik in een boekwinkel een stripboek zag dat perfect paste bij een vriend. Zonder erover na te denken kocht ik het en gaf het hem. Zijn verraste reactie ‘Wat attent!' liet me plots beseffen: dit was het. Zonder verwachting, zonder bijbedoeling. Op dat moment voelde ik Gods barmhartigheid. Het werd mij duidelijk hoe moeilijk het is om écht compleet attent te zijn. Het is de wet van 'voor wat hoort wat'. Terwijl dit juist is waar Jezus ons voor wil behoeden. Het draait in het leven niet om wederkerigheid, maar om barmhartigheid.
In het Evangelie zijn we vandaag met de Heer bij de Veldrede (Luc. 6, 27-38). Hij brengt veel mensen op de been die naar Hem komen luisteren. Dit begon vorige week met de zaligsprekingen en gaat vandaag verder. Jezus geeft ons een levensles die er eigenlijk om draait dat we anders moeten gaan denken. Het draait er niet om om er zelf beter van te worden, of in ieder geval gelijk te spelen. Barmhartigheid en liefde mogen de richtsnoeren zijn hoe we als mensen met elkaar omgaan. Dit is makkelijk gezegd, maar Jezus doet er een schepje bovenop. Iedereen houdt van de mensen in de eigen kring, maar wij mogen een stap meer zetten. Liefde mag uitgaan naar alle mensen. Dan zijn wij echt kinderen van God, die ook goed is voor iedereen.
Barmhartig zijn zoals de Vader betekent dat we geven zonder terug te verwachten. Niet omdat het moet, maar omdat liefde geen voorwaarden stelt. Attent zijn, zonder eigen agenda. De liefde mag daarin het vertrekpunt zijn. Liefde is meer dan een leuk en warm gevoel. Bij de heilige Thomas van Aquino leren we dat de liefde het goede wil voor de ander. Die liefde is uiteindelijk gericht op God. Onze God doet ons dit namelijk voor. God heeft ons als eerste liefgehad en hoewel Hij ons niet nodig heeft, is Hij vol liefde voor ons. Dat kunnen we alleen maar accepteren en proberen na te leven. Dart is leven vanuit barmhartigheid. Concreet zien we dit opkomen in de eerste lezing (1 Sam. 26, 2 + 7-9 + 2-13 + 22-23). David wordt achternagezeten door koning Saul, maar de rollen worden even omgedraaid. David had de kans om koning Saul uit te schakelen en zichzelf te redden. In de logica van ‘voor wat hoort wat’ zou dat gerechtvaardigd zijn. Maar David kiest voor een hoger principe: hij laat zich niet leiden door wraak, maar door vertrouwen in God. Hij doorbreekt de cyclus van vergelding en kiest voor barmhartigheid. Jezus vraagt ons hetzelfde: niet reageren volgens menselijke maatstaven, maar handelen zoals God handelt.
Net als David, die zich niet liet meeslepen in wraak, worden wij uitgedaagd om verder te kijken dan ons eigen belang en ons hart te vormen naar dat van God. Daarmee kunnen we barmhartigheid centraal zetten. Ook in onze tijd is dat een hele uitdaging. Deze week werd bekend dat er plannen zijn om te bezuinigen op Ontwikkelingssamenwerking. De minister beargumenteerde dit in de media door te stellen dat er alleen nog hulp geboden in direct Nederlands belang. Dit klinkt als ‘we moeten er wel iets aan hebben’ en niet als liefhebben op de wijze van de heilige Thomas van Aquino. Deze manier van denken – 'we moeten er wel iets aan hebben' – is diepgeworteld in onze samenleving. Jezus leert ons een andere economie: een economie van genade, waar geven niet is gebaseerd op wat het ons oplevert, maar op het goede willen voor de ander.
Zo leven levert een hele andere beloning op. Het draait dan niet om het eigen belang, maar juist dat we oog hebben voor de ander en daarmee ook voor de Ander. Daarmee volgen we het voorbeeld van onze Goede God, die aan iedereen het goede geeft, vanuit Zijn Liefde. Laten we dit deze week eens in de praktijk brengen. Doe iets voor een ander, zomaar, zonder bijbedoelingen. Niet om er zelf beter van te worden, maar als teken van Gods liefde, die Hij in ons hart heeft gelegd. Zo maken we zijn barmhartigheid zichtbaar in onze wereld. Door Christus, onze Heer. Amen.
Pastor Sander Verschuur