Veel, zo niet alles in de Bijbel herleid ik terug tot de liefde. God is liefde en door deze bril lees ik alle verhalen in het Oude en Nieuwe Testament, ook de verhalen die op het eerste oog niks met liefde te maken hebben, verhalen over strijd en oorlog, over ellende en verschrikkingen. Zo lees ik ook apocalyptische verhalen, verhalen over de eindtijd en de eindstrijd, waarvan we vandaag in de eerste lezing en het evangelie een voorbeeld horen. Ze lijken weinig met liefde van doen te hebben, maar hebben er alles mee te maken.
Wanneer is een verhaal apocalyptisch? Dat is als er (1) sprake is van een strijd tussen goed en kwaad; als er (2) sprake is van tekenen, aan de hemel of op aarde, die iets met deze strijd te maken hebben; en als er (3) sprake is van standvastige gelovigen die zullen overwinnen. Zoiets horen we vandaag in de lezing uit de profeet Daniël. Ook Jezus is niet vreemd van apocalyptisch taalgebruik. In het evangelie (Marc. 13, 24-32) spreekt Hij over een strijd (‘die verschrikkingen’), over tekenen aan de hemel (zon, maan, sterren, hemelse heerscharen) en over standvastige gelovigen die zullen overleven (de ‘uitverkorenen’).
Wie zich ook, en met succes, van apocalyptische taal bedient is Donald Trump. In aanloop tot zijn presidentsverkiezing heeft hij meerdere malen gezegd, dat wanneer je niet op hem stemt, de Verenigde Staten en de rest van de wereld in een vrije val terecht zullen komen en we terecht komen in de donkerste krochten van de menselijke geschiedenis. Ook hij spreekt over een strijd (tegen criminele immigranten, tegen ‘links’ Amerika), over allerlei tekenen (katten en honden die worden opgegeten) en over een standvastige groep die zal overleven (zijn trouwe aanhangers). Apocalyptische en complot-theoretische taal steekt altijd de kop op wanneer de tijden veranderen, wanneer we te maken hebben met problemen die ons boven het hoofd groeien, wanneer we de greep op ons leven dreigen te verliezen.
Staat Trump dan in het verlengde van de profeet Daniël en van Jezus? Nee, dat zou hij willen. Daniël en Jezus spreken apocalyptisch, zeker, maar zij hebben het over een geheel andere orde. Wat Trump zegt en wat Daniël en Jezus zeggen, hun intenties en het doel van hun spreken, zijn totaal verschillend. Jezus spreekt over de strijd tegen de zonde. In Hem komt God in onze wereld, dat vieren we straks met Kerstmis. In Jezus betreedt God onze zondige wereld en strijdt van binnenuit tegen de zonde, dat wat aan de basis ligt van alle kwaad. Het hemelse teken is Jezus zelf. Hij is de weg, de waarheid en het leven. De gelovigen die overwinnen is de Kerk (met hoofdletter). Bijbelse apocalyptiek wil je bemoedigen, spreekt je hoop in, ondanks alle strijd die gaande is. Valse apocalyptiek jaagt je angst aan, moedigt juist de strijd aan om je in de greep te kunnen houden. Bijbelse apocalyptiek leert dat God nooit de regie verliest! Dat is met Trump nog maar de vraag.
De strijd tegen de zonde is de meest fundamentele strijd die er is. Het ligt aan de basis van elke strijd die gestreden wordt. Als het gaat om de liefde – en dat is wat hier op het spel staat! – dan spreekt de Bijbel over maan, zon, sterren en wat dies meer zij. Het heeft alles met liefde van doen. Luister eens naar menig liefdeslied: ‘Je bent zo mooi in het licht van de maan!’ Of, wanneer de relatie over is: ‘Het is zo duister in mijn hart, alsof de zon niet meer schijnt!’. Wanneer Jezus sterft aan het kruis, spreekt de Bijbel van vergelijkbare gebeurtenissen: de zon wordt verduisterd, de wereld schudt op zijn grondvesten en het voorhangsel scheurt in tweeën (Marc. 15, 38). Als je levenspartner is overleden of je krijgt te horen dat je een ongeneeslijke ziekte onder de leden hebt, dan lijkt het toch ook alsof de zon niet meer schijnt, dan schudt je wereld tot ook op zijn grondvesten? Het gaat steeds om de liefde en daarmee hebben we te maken met de fundamenten van ons bestaan.
Apocalyps betekent onthullen. Er wordt een nieuwe werkelijkheid onthuld, één waarin God in Jezus de regie neemt. Jezus noemt dat het Koninkrijk van God. Dat Koninkrijk is midden onder ons. Daarom verlegt Jezus de aandacht van de tempel in Jeruzalem naar Hem. Breek die tempel maar af, zegt Jezus, Ik bouw hem in drie dagen weer op. Het centrum van ons geloof is niet meer die door mensen gebouwde tempel in Jeruzalem, maar de door God gebouwde mystieke Tempel die we Lichaam van Christus noemen. Wij zijn de Tempel van de Heilige Geest die door Christus bijeen wordt gehouden en waarvan de poorten van de hel haar niet zullen overweldigen! (Mat. 16, 18) Offers hoef je niet meer te brengen, want die heeft Jezus gebracht, eens en voor al. We horen dat in de tweede lezing vandaag (Hebr. 10, 11-18). Slechts één offer is nodig: dat van je ego. Je kunt niet waakzaam zijn als je egocentrisch bent. Alleen al hiervoor verdient Trump ons gebed… Je bent dan ingekeerd in jezelf en alleen maar met jezelf bezig. Daar uit zien te breken is een strijd die we dagelijks moeten voeren en die Jezus met en in ons voert. Zodra je je ego opzij durft te zetten, onthult zich een schoonheid die je je niet kunnen voorstellen, namelijk die van het Koninkrijk van God, het rijk van Gods liefde.
Moge dat geloof in ons ontwaken en opbloeien deze tijd voor Kerst. Laat je niet bang maken! Zeker, er is een strijd gaande, maar weet: God verliest nooit de regie. Kerst is niet louter een geboortefeest van een lief kind. Kerst is de komst van de hemelse Strijder die voor ons vecht tegen de zonde, dat wat ons van de liefde afkeert. De Advent is waakzaam uitzien naar de overwinning die ons gegeven wordt in en door Christus, onze Heer. Amen.
Diaken Franck Baggen