MENU
< TERUG

ACTUEEL

Preek 25e zondag in jaar B. Jac. 3,16 - 4,3. Bewonderaars vs. navolgers.

15 september 2024

In deze preek wil ik stilstaan bij de tweede lezing uit de brief van de apostel Jacobus. Mijn stagepastoor noemde deze brief altijd de ‘Feyenoord-brief’: geen woorden, maar daden. Jacobus zoekt een sociaal geëngageerd geloof, een geloof dat niet bij mooie woorden blijft, een geloof dat de blik niet alleen op de hemel gericht houdt, maar ook naar links en rechts kijkt, dat de handen uitsteekt naar hen die hulp nodig hebben. Waar Jacobus vooral moeite mee heeft is een uitgeblust geloof, een geloof dat nog slechts uit routines bestaat, een ‘voor-de-bühne’ geloof waar prachtige volzinnen worden gesproken, maar verder zonder daden is, een geloof dat voortdurend ‘alleluja’ roept met de handen wapperend in de lucht, maar waarna de handen al snel weer in de zakken worden gestoken.

Iemand die zich daar, vele eeuwen later, ook druk om maakte was de Deense theoloog en filosoof Søren Kierkegaard (1813-1855). Christelijk geloof was in zijn tijd en in zijn land ‘burgerlijk’ geworden: braaf, tandeloos, verwend en van zijn kracht en aanspraak ontdaan. Kierkegaard houdt ons een spiegel voor waarin we nog steeds kunnen kijken. Hij beroept zich daarbij onder andere op de brief van Jacobus. Met hem is Kierkegaard gebrand op een moedig en bevrijdend geloof, een geloof dat van de bühne wordt weggehaald (‘kijk mij eens!’), een geloof dat de daad bij het woord voegt. Kierkegaard zoekt een daadkrachtig geloof dat is losgeweekt van zijn zelfgenoegzame, achteroverleunende houding. Wij hebben het christendom naar onze maat gesneden, zegt Kierkegaard, omdat wij de aanspraak (het appèl) dat ervan uitgaat niet aandurven. Christendom, met andere woorden, is in haar belijdenis een prachtig geloof, maar in haar uitvoering zeer lastig.

Laat je je aanspreken door Gods Woord? Kom je erdoor in actie? Dat is de vraag. Dat aanspreken uit zich niet alleen in lofprijzing en aanbidding, hoe belangrijk ook, dat uit zich ook en vooral in een sociaal engagement. De Bijbel is de spiegel waarin je jezelf ziet en je de vraag stelt: Wat voor christen ben ik? Echter, zoals dat is met spiegels, je kunt er ook van wegkijken. Je kijkt weg zodra je je druk gaat maken over de vraag of bepaalde Bijbelverhalen wel echt gebeurd zijn, of het strookt met de laatste stand van de wetenschap, of de wonderen die erin beschreven staan niet een aanslag zijn op de natuurwetten, enzovoort. Als je niet in de spiegel van de Bijbel durft te kijken, dan sla je de Bijbel dicht bij de eerste de beste strijd die erin geleverd wordt of oorlog die erin beschreven staat. Je sluit je zodoende af van de aanspraak, van het appèl, die van de Bijbel uitgaat.

Kierkegaard noemt in één van zijn boeken het voorbeeld van Christus’ hemelvaart. We stellen daar allerlei kritische vragen bij: Kan het wel? Is het zo gebeurd? Niks mis met dit soort vragen, maar het gevaar schuilt erin dat je de hemelvaart (en de betekenis ervan) loskoppelt van de persoon en de missie van Jezus. Volgens Kierkegaard heb je pas het recht om dit soort vragen te stellen als je leeft in en vanuit de relatie met Jezus. Bouw eerst een relatie op met de Heer en kom dan terug met je vragen. Pas als je leeft en handelt vanuit de persoonlijke omgang met Jezus, als je je door Hem laat voeden door Woord en Sacrament, als je Hem navolgt op zijn weg, dan komen de antwoorden op hemelvaart en andere zaken vanzelf, áls je er dan nog überhaupt vragen bij stelt.

De apostel Jacobus zit naar mijn idee op hetzelfde spoor. Hij stelt ons de vraag: leef je werkelijk vanuit de relatie met Jezus? Als je allerlei vragen stelt die om de hete brij heen draaien, als je niet in de spiegel van Gods Woord en Sacrament durft te kijken, wat stelt je geloof dan voor? Waar is het je dan om te doen? Pas wanneer je handelt naar je geloof, groei je ook in de belijdenis van je geloof. Beide grijpen in elkaar. Ik kom hier bij wat ik al vaker heb benadrukt: eucharistie en diaconie, God dankzeggen en dat laten zien in je sociaal engagement, in daden van naastenliefde, zijn twee zijden van dezelfde medaille. Ze zijn niet los verkrijgbaar. Het is de aloude driehoek: God, jezelf en je naaste. Je naaste is vanuit Gods perspectief niet meer of minder dan jezelf. In feite zegt Jezus: vanuit je eigen perspectief zijn God en je naaste evenmin niet meer of minder dan jezelf. Immers, wat je doet voor de minste van zijn broeders en zusters, dan doe je voor de Heer (Mat. 25). Jacobus heeft het over niets anders dan het dubbelgebod van de liefde. Dat dubbelgebod – God liefhebben en je naaste als jezelf – wordt door een zelfingenomen houding van zijn kracht en aanspraak ontdaan. Daarin zit mijns inziens een groot deel van de kritiek van Jacobus én Kierkegaard.

Kierkegaard zei eens: Jezus wil geen bewonderaars, maar navolgers. Bewonderaars zijn er legio. Bewonderaars zijn vandaag enthousiast over Jezus en morgen over Taylor Swift of wie dan ook. Bewonderaars stellen de vraag: Wat heb ik aan Jezus? Navolgers vragen: Wat heeft Jezus aan mij? Wees daarom geen bewonderaar, maar een navolger van de Heer. Dat is de uitdaging waar we allemaal voor staan, elke dag weer. Moge God ons de kracht en de moed schenken zijn Zoon in alles na te volgen. Door Christus, onze Heer. Amen.

Diaken Franck Baggen

Preek 1e zondag v/d Advent. Luc. 21, 25-36. Verandering van koers.
1 december 2024
Preek hoogfeest Christus Koning Joh. 18, 33-37
18 november 2024
Preek 33e zondag. Dan. 12, 1-3. Apocalyptisch taalgebruik.
12 november 2024
Preek 32e zondag. Marc. 12, 38-44. Het penningske van de weduwe.
2 november 2024
Preek 31e zondag. Marc. 12, 28-34. Drievoudige opdracht.
24 oktober 2024
Preek 30e zondag. Marc. 10, 46-52. De genezing van Bartimeüs.
20 oktober 2024
laad meer artikelen artikelen aan het laden geen nieuwe artikelen