Deze vierde zondag van de Advent is het een beetje moederdag. In het evangelie spelen immers twee moeders de hoofdrol. De nog maar net zwangere Maria bezoekt de reeds zes maanden zwangere Elisabeth. Het evangelie vermeldt dat Maria met spoed reisde. Vanwaar die haast? Vermoedelijk wilde ze het bewijs zien van wat de engel haar had gezegd: Elisabeth, uw bloedverwante, is reeds in haar zesde maand, want voor God is niets onmogelijk (Luc. 1, 36). Mogelijk voelde Maria nog niks in haar baarmoeder en wilde ze zich ervan verzekeren dat de woorden van de engel ook oprecht waar waren.
Het bezoek van Maria aan Elisabeth is bijzonder. Elisabeth woont in Juda, het land van de joden, en is een stuk ouder dan Maria. Gezien het leeftijdsverschil is zij vermoedelijk haar tante. Elisabeth behoort tot een familie van priesters. Haar man Zacharias is een priester van aanzien. Maria daarentegen is nog jong en onervaren en verloofd met ‘maar’ een timmerman. Bovendien komt ze uit Nazareth: wat voor goeds kan daar vandaan komen? (Joh. 1, 46) Elisabeth weet niet dat Maria zwanger is. Tot haar eigen verbazing roept ze: “Gij zijt gezegend onder de vrouwen!”. Het zijn niet woorden die uit haarzelf komen, maar van de Heilige Geest. En bovenal spreekt ze Maria aan met ‘de moeder van mijn Heer’. ‘Heer’ is de aanspreektitel van God. Met andere woorden: hier worden de rollen omgekeerd. Elisabeth is niet langer de vrouw van aanzien, maar Maria, en haar komt alle lof toe.
De ommekeer die plaatsvindt bij het bezoek van Maria aan Elisabeth is een ommekeer die ook bij ons plaatsvindt, of zou moeten plaatsvinden. De eerste die dat begrijpt is Johannes de Doper, hoewel hij nog een ongeboren kind is van zes maanden. Het ‘opspringen’ van Johannes de Doper in de schoot van Elisabeth wil zeggen dat al in een zeer vroeg stadium wordt erkend dat Jezus de Heer is en Hij de hemelse verhoudingen herstelt.
Die omkering van rollen wordt ook duidelijk in het Magnificat, de lofzang van Maria, die direct op dit evangelie volgt, maar helaas niet in de lezing is opgenomen: hongerigen worden verzadigd en rijken gaan heen met legen handen (v. 53). Al bij het begin van het evangelie worden we uitgenodigd te kijken met hemelse ogen in plaats van aardse. Macht en rijkdom naar aardse maatstaven zijn in de hemel van nul en generlei waarde. Macht en rijkdom is niet iets dat jij hebt, maar macht en rijkdom hebben jou! Het zijn ‘goden’ die je controleren. We worden in feite nu reeds uitgenodigd om te leven alsof we al in de hemel zijn. En in zekere zin is dat ook zo, want in en door (het geloof aan) Jezus delen we in Gods eeuwigheid.
Ik moest denken aan de heropening van de Notre Dame in Parijs. Voor deze gelegenheid had de president van Frankrijk vele staatshoofden uitgenodigd, inclusief de nog niet tot president geïnstalleerde Donald Trump. Elon Musk, de rijkste mens op aarde, behoorde ook tot de gasten. Het contrast kon niet groter. Zeer machtige en rijke personen waren getuige van de herinwijding van een Godshuis, een huis waarin de rollen worden omgekeerd. Ik zeg u eerlijk dat mijn eerste reactie was: waarom al die rijke gasten uitnodigen met Trump als pronkstuk? Is de kerk niet bedoeld voor de misdeelden en de armen? Maar later dacht ik: laat ze maar komen. De Kerk als ontmoetingsplek voor de machtigen en rijken. Mijn stille hoop is dat dit bezoek aan de Notre Dame hetzelfde effect teweegbrengt als het bezoek van Maria aan Elisabeth. Moge er iets in hun binnenste opspringen dat hun op het spoor van God zet.
Deze ommekeer staat in het jodendom en christendom centraal. Dat wordt duidelijk uit de woorden van Elisabeth aan Maria: gezegend zijt gij onder de vrouwen. Dit zijn geen unieke woorden. Ze klinken ook in het Oude Testament, en wel tot Judith en Jaël (resp. Judith 13, 18 en Rechters 5, 24). Het zijn vrouwen – vrouwen hadden in die tijd geen maatschappelijke status – die instrument zijn in Gods hand en voor een gunstige ommekeer zorgen in het tot dan toe dramatische verloop van de Joodse geschiedenis. Wat God doet is dat Hij zwakheid ombuigt in kracht, kracht naar hemelse maatstaven welteverstaan. Je ziet het bijvoorbeeld ook wanneer de legers van Israël te machtig worden: ze worden door God afgezwakt om te voorkomen dat Israël op eigen roem en eer gaat varen en in zijn eigen machtsdenken verstrikt raakt. Een goede les voor deze tijd, lijkt me…De apostel Paulus vat het goed samen: in mijn zwakte ben ik sterk (2 Kor. 12, 10). Het is Gods manier van handelen: het zwakke overwint het sterke. Ik geloof dat stellig, want ik zie en spreek in mijn werk vele mensen, jong én oud, die op hun sterkst zijn op het zwakste moment van hun leven.
Toen de Notre Dame in brand stond, schoten vele mensen spontaan in gebed. Zo’n uniek Godshuis in vuur en vlam! Nu is het in oude glorie hersteld en schittert het als nooit tevoren. Er heeft een ommekeer plaatsgevonden. Moge het ook leiden tot een ommekeer in de wereld: dat we mogen gaan inzien dat kracht het niet van kracht wint, maar alleen zwakte. Dat vraagt een volledige ommekeer van denken. Twee vrouwen die elkaar vandaag in het evangelie ontmoeten zijn voor ons daarbij tot voorbeeld. Door Christus, onze Heer. Amen.
Diaken Franck Baggen